Hennie ziet ze vliegen

focus : vliegen, onderzoeken, denken, controleren, (even)ver, boven, onder, dichtbij, omhoog, omlaag, beleving : we maken een vliegtuig, checken in, wie is de piloot, wie is…… we maken vliegtuigen, vliegen ze ver? dichtbij? omhoog? omlaag?